Normaal gesproken wil je bier bij een constante temperatuur bewaren. Voor lagering op vat is het prettig als de temperatuur iets schommelt. Als het warmer wordt zet de vloeistof uit en trekt in het poreuze hout. Zo kan het zich mengen met de smaken uit het hout en de smaak van de drank die er eerder in heeft gezeten. Als het weer kouder wordt en de vloeistof zich weer uit het hout terugtrekt neemt het de smaken mee. Zo kan de temperatuur helpen om de smaak rijker te maken.